Vervolg Box 3 arrest Hoge Raad
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad beslist dat de wijze waarop de box 3 heffing plaatsvindt in strijd is met het recht op ongestoord eigendom en het verbod op discriminatie. Met name omdat geen rekening wordt gehouden met de werkelijke wijze waarop de belastingplichtige het vermogen heeft verdeeld maar wordt uitgegaan van een fictieve verdeling van het gespaarde en belegde vermogen. In de betreffende zaak gaf de Hoge Raad aan dat er belasting moest worden geheven over de werkelijke rendementen uit sparen en beleggen (in plaats van het wettelijk bepaalde fictieve rendement). De belastingdienst moet vanaf die datum rekening houden met de uitspraak van de Hoge Raad. Het is nog niet duidelijk hoe de belastingdienst de uitspraak van de Hoge Raad gaat uitvoeren. Naar verwachting zal de belastingdienst uiterlijk 1 mei 2022 met een voorstel komen hoe men met deze uitspraak wil omgaan. Dan zal ook meer duidelijk zijn over de wijze waarop men wil omgaan met de ingediende bezwaren en met belastingplichtigen die geen bezwaar hebben ingediend. Dit zal waarschijnlijk ook betekenen dat de (definitieve) aanslag langer op zich zal laten wachten dan normaal.